meten is weten

SCL-90: inzicht en behandelresultaten

SCL-90

De SCL-90-S is een veelgebruikt instrument om lichamelijke en psychische klachten te meten. Deze klachtenlijst brengt op een gestructureerde en betrouwbare manier symptomen in kaart.

Met de SCL-90-S identificeer ik klachten zoals angst, stress, depressie en slaapproblemen bij de cliënt.

De resultaten geven waardevol inzicht, waarmee ik jou als huisarts of praktijkondersteuner (POH-GGZ) kan informeren.

Deze gegevens helpen ook om het verloop van het PRI-traject te evalueren - vaak leidend tot een positief resultaat.

Rapportage & meetmomenten

Met toestemming van de cliënt hou ik jou als huisarts of praktijkondersteuner op de hoogte van de voortgang tijdens het traject.

Als de cliënt daaraan wil meewerken geef ik deze updates door middel van SCL-90 scores, waarmee de ontwikkeling van de cliënt objectief en overzichtelijk in kaart wordt gebracht.


Als doorverwijzer ontvang je een overzicht van 4 score-momenten van de client. Deze momenten zijn zorgvuldig gekozen om de effectiviteit van het traject en resultaten op de lange termijn te volgen:

- 1e meting, bij de start van het traject
Geeft een nulmeting van de psychische klachten.

- 2e meting, na ongeveer 10 sessies
Laat zien hoe de eerste fase van het traject is verlopen.

- 3e meting, bij afronding van het traject
Toont het eindresultaat na afronding van de sessies.

- 4e meting, een half jaar na afronding
Evalueert de duurzaamheid van de behaalde resultaten.

Casus

Hieronder een geanonimiseerd verslag van een cliënt die een PRI-traject succesvol heeft doorlopen.

Bij de start van het traject op 7 oktober 2020 had de cliënt een hoge SCL-90 score van 273, wat duidt op forse psychische klachten.

De tweede meting op 15 februari 2021 liet een daling zien naar 202, wat nog steeds hoog is, maar wel al verbetering toont. Dit suggereert dat de eerste fase van de therapie enkele klachten heeft verlicht.

De derde meting op 25 maart 2022 gaf een score van 123 (binnen de 'gemiddelde' categorie) wat aantoont dat de cliënt bij afronding van de therapie een aanzienlijk lagere psychische klachten ervoer.

De laatste meting zes maanden later, op 9 mei 2022, toonde een score van 109 ('beneden gemiddeld'), wat wijst op een blijvend positief effect zonder terugval.

Het PRI-traject heeft geleid tot een stabieler psychisch functioneren, met een langdurige vermindering van klachten. Deze trend bevestigt de effectiviteit van de sessies en het vermogen van de cliënt om diens psychische klachten duurzaam te beheersen.
Casus SCL-90 rapportage

Betekenis van de schalen

Angst meet verhoogde arousal, algemene symptomen zoals zenuwachtigheid, spanning, alsook specifieke zoals paniekaanvallen en rusteloosheid. Als cognitieve componenten: onheilsgevoelens en angstige gedachten en voorstellingen. Aanduiding voor gegeneraliseerde angst.

Agorafobie meet een disproportionele reactie van vrees in open ruimten, in openbare gelegenheden en bepaalde plaatsen, waarbij de persoon zich zwak voelt, bang is niet op een vertrouwde ander te kunnen steunen, of bang is de beheersing over zijn aanwezigheid te verliezen.

Depressie meet neerslachtige stemming, onvermogen te genieten, verlaagde zelfwaardering, gedachten van schuld, hulpeloosheid, dood en zelfmoord. Ook lichamelijke symptomen zoals verlies van eetlust, gebrek aan energie en vermindering van seksuele interesse.

Somatische klachten meet somatisering: klachten die vaak samenhangen met psychogene of stressgerelateerde problemen.

Insufficiëntie meet insufficiëntie van denken en handelen: gedachten, impulsen en problemen bij het uitvoeren van dwanghandelingen. Vooral problemen in het cognitief functioneren staan centraal.

Sensitiviteit meet wantrouwen (en paranoïde ideeën) en interpersoonlijke sensitiviteit. De onvrede kan zowel naar buiten worden geprojecteerd (vijandige houding) als een gevoel van persoonlijke inadequatie en inefficiëntie in het contact met anderen.

Hostiliteit meet gedachten, gevoelens of gedragingen die kenmerkend zijn voor de negatieve gemoedstoestand van woede.

Slaapproblemen meet moeilijkheid om in slaap te vallen, te vroeg wakker worden en een onrustige of gestoorde slaap.

De totaalscore meet het algemene niveau van psychisch functioneren.